De ambtenaar werd ervan verdacht dat hij niet de normale besluitvormingsprocedures volgde en zich aan belangenverstrengeling schuldig maakte. Daarom werd disciplinair onderzoek tegen hem ingesteld. In dat kader werd hij gesommeerd de gemeente-laptop die hij in gebruik had, voor onderzoek in te leveren. Hij mocht wel eerst privé-bestanden verwijderen. De zoon van de ambtenaar, die kennis van computers had, bij de gemeente had gewerkt en ook nadien wel eens door de gemeente werd ingeschakeld, hielp hem daarbij. Bij het verwijderen van bestanden zouden betrokkene en zijn zoon computervredebreuk gepleegd hebben.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat op één punt sprake is geweest van computervredebreuk, doordat betrokkene onbevoegd gebruik maakte van het account "administrator". Dat hij vertrouwelijke bestanden heeft ingezien is echter niet bewezen. Betrokkene heeft wel persoonlijke bestanden verwijderd, maar dat is hem niet te verwijten, want hij mocht de gemeentelaptop ook privé gebruiken en het waren geen bestanden die voor het disciplinair onderzoek van belang waren.
De ambtenaar werd verder verdacht van onregelmatigheden bij de aanschaf en het gebruik van gemeentelijke fotoapparatuur. Het enige wat de Centrale Raad van Beroep hiervan bewezen acht is dat de ambtenaar jaren geleden bij een kortingsactie Euro 50,- naar een eigen rekening heeft laten overmaken. Dat betrokkene in die tijd ook wel eens privé-uitgaven deed voor de gemeente neemt niet weg dat hier sprake was van plichtsverzuim.
Een reeks van andere feiten die betrokkene werden verweten is volgens de Centrale Raad van Beroep niet als plichtsverzuim aan te merken.
De straf van onvoorwaardelijk ontslag is - anders dan de rechtbank Breda eerder oordeelde -volgens de Centrale Raad van Beroep onevenredig zwaar, nu alleen het onbevoegd inloggen en het handelen bij de kortingsactie plichtsverzuim vormen. Daarbij weegt mee, dat de gemeente er zelf aan heeft bijgedragen dat werk en privé niet strikt werden gescheiden.
De ambtenaar mocht ook niet wegens ongeschiktheid worden ontslagen, omdat hij niet eerst een verbeterkans had gekregen. De gemeente moet een nieuw besluit nemen in deze zaak. De Centrale Raad van Beroep geeft aan dat een voorwaardelijk strafontslag niet onevenredig zou zijn.
De Centrale Raad van Beroep is de hoogste rechter op het gebied van het sociale bestuursrecht, het ambtenarenrecht en delen van het pensioenrecht.
Het oordeel van de Centrale Raad van Beroep in deze zaak is een eindoordeel. Partijen kunnen tegen deze uitspraak dan ook geen hoger beroep instellen.
Centrale Raad van Beroep, uitspraakdatum 23 oktober 2014
Zaaknummers 12/6821 AW, 12/6822 AW, 12/6823 AW, 13/77 AW, 13/78 AW, 13/79 AW, ECLI:NL:CRVB:2014:3423.