Elektrische mobiliteit biedt Nederland volop kansen. Binnen enkele jaren kan Nederland de rol van gidsland op het gebied elektrische stedelijke mobiliteit bereiken en veilig stellen. Om deze positie te bereiken moeten alle betrokken partijen zoals overheid, bedrijfsleven en de Nederlandse samenleving hun rol grijpen. De focus van de partijen moet liggen op het gezamenlijk wegnemen van barrières die de grootschalige introductie van elektrisch vervoer in de weg staan. Dit blijkt uit het visiedocument elektrische mobiliteit in 2020 - 'Volop kansen voor Nederland'.


Ernst & Young heeft in opdracht van Urgenda dit visiedocument ontwikkeld gericht op personen- en goederenvervoer in de stedelijke omgeving. Bas Schulten van Ernst & Young: 'Het is niet langer de vraag óf we elektrisch gaan rijden in Nederland maar hoe snel. De potentie van elektrische mobiliteit en de concrete kansen die elektrisch personen en goederenvervoer, in het bijzonder in de stedelijke omgeving biedt is enorm. De noodzaak om in te zetten op duurzame alternatieven is hoog. De CO2-uitstoot van het wegvervoer moet voor 2050 met 95% gereduceerd worden. Het schoner en zuiniger maken van verbrandingsmotoren alleen is onvoldoende om deze reductiedoelstelling te realiseren, de elektrische auto biedt oplossingen.'

Koppositie uitbouwen
Het komende decennium kan een doorbraak plaatsvinden in het elektrisch rijden. Nederland doet wereldwijd mee in de kopgroep als het gaat om de adoptie van milieuvriendelijke auto's en slimme mobiliteitssystemen. Als wij dit combineren met een koppositie bij de introductie van elektrische auto's kunnen wij een gidsland worden. Daarbij hebben wij voordeel van ons poldermodel, onze planmatige aanpak, logistieke kennis, geografische ligging en demografie.

Schulten: 'De tijd van generale repetities is voorbij. Energiebedrijven, infra-bedrijven, ICT-dienstverleners, voertuigfabrikanten, importeurs, vervoersmaatschappijen, locale overheden en de nationale overheid hebben allemaal een rol te spelen en de mate waarin ze hun rollen op elkaar en de eindgebruiker weten af te stemmen bepaalt hun succes.'

Visiedocument met nationale actieagenda
Het visiedocument Elektrische mobiliteit biedt een gezamenlijk script met hierin een nationale actieagenda verdeeld over drie perioden van elk drie jaar. Per periode worden er concrete handvatten aangeboden in de vorm van actiepunten die door de betrokken spelers nader dienen te worden uitgewerkt. In de eerste periode (2012-2014) staat de beschikbaarheid van de juiste elektrische voertuigen centraal. In de tweede (2015-2017) de betaalbaarheid waarbij slimme financiële maatregelen die langzaam worden afgebouwd een gelijk speelveld creëren. In de derde periode tenslotte (2018-2020) ligt de nadruk op performance waarbij elektrische voertuigen ook zonder financiële steun in steeds meer deelgebieden de rol van voertuigen op fossiele brandstof overnemen. Schulten: De belangrijkste uitdaging in de transitie naar elektrisch rijden is het gegeven dat grotere elektrische bedrijfswagens nog niet op grote schaal worden geproduceerd. Hier blijven beschikbaarheid en betaalbaarheid waarschijnlijk tot aan 2020 een punt van zorg. De transitie wordt vergemakkelijkt door de zogenaamde plug-in hybrid electric vehicles (PHEV's). De combinatie van stekker en brandstofmotor stelt deze hybriden in staat korte afstanden op goedkope elektriciteit en lange afstanden op brandstof af te leggen. Zo lang de prijs van batterijen hoog is verlaagt deze combinatie de kosten van voertuigen met een voor gebruikers vertrouwde range.'

Auke Hoekstra van Urgenda:
'Urgenda haalde de eerste elektrische auto's naar Nederland omdat wij geloven dat ze nodig zijn om ons land en de wereld leefbaar te houden. Deze studie van Ernst & Young laat zien dat de 'BV Nederland' er een prachtig handelsmerk en exportproduct van kan maken. Zo innoveren we ons op een duurzame manier de crisis uit.'


Myreport twitter