Er zijn al lange tijd zorgen over de werking van de arbeidsmarkt. Het geheel aan regels, verzekeringen, rechten en plichten leidt tot teveel werkenden die onzeker werk en daarmee een onzeker inkomen hebben. Werkgevers ervaren op hun beurt niet genoeg wendbaarheid om in te spelen op veranderingen. Onder andere de commissie Borstlap, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en Sociaal Economische Raad wezen hierop en gaven hier advies op. Het SER-advies voor de middellange termijn vormde daarbij de basis voor het coalitieakkoord. Samen met de vakbonden en werkgeversorganisaties heeft het kabinet nu afspraken gemaakt over een samenhangend maatregelenpakket dat moet zorgen voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt.
Minister Karien van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) begin deze maand een pakket samenhangende maatregelen voor de arbeidsmarkt aan de Tweede Kamer gestuurd. Dit pakket zorgt ervoor dat mensen meer zekerheid krijgen over hun inkomen en hun rooster en dat zelfstandigen zich bij tegenslag beter beschermd weten. Tegelijkertijd leiden de maatregelen tot meer wendbaarheid voor ondernemers. Hierdoor wordt goed werkgeverschap aantrekkelijker en kunnen bedrijven makkelijker inspelen op veranderingen in hun omgeving.
Meer evenwicht op de arbeidsmarkt
Minister Van Gennip: ,,Ik waardeer het zeer dat we met de werkgevers en werknemers deze belangrijke afspraken hebben kunnen maken. Zekerheid in je werk zorgt ervoor dat je weet wanneer je werkt, dat je weet dat je volgende maand rond kunt komen en dat je toekomstplannen kunt maken. Te veel medewerkers met een flexibel contract of zelfstandigen hebben die zekerheid niet. Tegelijkertijd zijn met name kleine ondernemers huiverig om mensen in vaste dienst te nemen. Dit moet anders. Dit pakket aan maatregelen zorgt voor een arbeidsmarkt die beter in evenwicht is, toekomstbestendig en bovendien houden we de onderlinge solidariteit overeind.”
Meer zekerheid voor werkenden
Voor structureel werk is een (vast) contract het uitgangspunt. Daarom krijgen werkenden met een oproepcontract voortaan een vast basiscontract voor het aantal uur waarvoor ze ten minste standaard worden ingeroosterd. Zo weten werknemers beter waar ze aan toe zijn. Nulurencontracten gaan we verbieden. Wie werkt via een uitzendbureau krijgt sneller een contract met meer zekerheid. Ook worden de regels voor tijdelijke contracten strenger, zodat tijdelijk werk ook echt tijdelijk wordt ingezet. Na drie aaneengesloten tijdelijke contracten bij dezelfde werkgever, mag pas na vijf jaar een nieuw contract worden gegeven in plaats van na zes maanden. Zo maken we een einde aan draaideurconstructies, waarbij werkenden langdurig van tijdelijk contract naar tijdelijk contract gaan. Voor zelfstandigen komt er een verplichte, betaalbare arbeidsongeschiktheidsverzekering, zodat ze een vangnet hebben als ze arbeidsongeschikt worden.
Meer wendbaarheid voor ondernemers
Het is van groot belang dat ondernemers de ruimte hebben om te ondernemen. Vooral kleine ondernemingen zijn minder wendbaar als één van de werknemers onverhoopt langdurig ziek wordt. Deze werkgevers blijven nu lang in onzekerheid of een zieke werknemer nog terugkeert, waardoor zij lange tijd geen vervanger in (vaste) dienst kunnen nemen. Daarom kunnen kleine werkgevers na één jaar ziekte van een medewerker duidelijkheid krijgen over de vraag of ze een medewerker structureel kunnen laten vervangen. Ook komt er een Crisisregeling Personeelsbehoud voor werkgevers die worden getroffen door een crisis of calamiteit die buiten het ondernemersrisico valt (zoals de coronacrisis). Gedurende maximaal 6 maanden kunnen werknemers tijdelijk op een andere plek in het bedrijf aan het werk of tijdelijk minder werken met behoud van hun ww-rechten. Zo behoudt de werknemer een baan en inkomen en kan de werkgever de crisisperiode overbruggen. Daarnaast worden de kosten in de ww-premie voor overwerk beperkt bij grote vaste contracten. Ook het vaste basiscontract gaat onder de lage ww-premie vallen.