De ministerraad heeft er op voorstel van minister Blok voor Wonen en Rijksdienst mee ingestemd om de WOZ-waarde bij de bepaling van de maximale huurprijs een prominente plek te geven. De in het Woonakkoord afgesproken aanpassing van het Woningwaarderingsstelsel (WWS) leidt tot een eenvoudiger stelsel waarin de woonkwaliteit en de locatie beter tot uitdrukking komen in de maximale huurprijs. Dat draagt bij aan een beter functionerende woningmarkt.

In het huidige WWS worden oppervlakte en voorzieningen (keuken, sanitair, energieprestatie) gewaardeerd met punten die opgeteld een maximale huurprijs opleveren. De gewildheid en locatie van de woning komen in het huidige puntenstelsel minder goed tot uitdrukking.

Het kabinet wil nu in het WWS de categorieën woonomgeving en woonvorm (eengezinswoning, flat) waarderen op basis van de WOZ-waarde. Met behoud van de verdiencapaciteit voor verhuurders, een voorwaarde uit het Woonakkoord, vervallen met de herziening de zogeheten schaarstepunten in de tien regio’s waar de woningmarkt het meest gespannen is.

De voorgetelde aanpassingen leiden ertoe dat afhankelijk van de WOZ-waarde de maximale huurprijs kan variëren. Een stijging hoeft voor zittende huurders geen gevolgen te hebben omdat de feitelijke huurprijs vaak onder de maximale huurprijs ligt. Bovendien mag de huur niet verder stijgen dan met het jaarlijks vastgestelde wettelijke percentage. Andersom kan een huurder om een huurverlaging vragen als de maximale huurprijs onder het niveau van de feitelijke huurprijs komt.

Het kabinet streeft ernaar het nieuwe Woningwaarderingsstelsel per 1 juli 2014 in te voeren. De wijzigingen gelden vooralsnog alleen voor zelfstandige woonruimtes.